Oorzaken van hedendaagse hormonale problematiek

 

De late belangstelling voor vrouwen en hun hormonen kan worden toegeschreven aan een gebrek aan interesse in het verleden. Om de redenen hiervoor te begrijpen, moeten we diep in de geschiedenis duiken. Hippocrates was de eerste die de term 'hysterie' gebruikte, verwijzend naar een onregelmatige bloedstroom van de baarmoeder naar de hersenen bij vrouwen. 'Hysterie' is afgeleid van 'hystera', het Griekse woord voor baarmoeder.

In de Middeleeuwen dacht men dat de baarmoeder door het lichaam dwaalde op zoek naar een kind. Vrouwelijke klachten werden bijna altijd toegeschreven aan de baarmoeder, eierstokken of hysterie. Deze theorie hield eeuwen stand. Sigmund Freud geloofde dat vrouwelijke neurosen voortkwamen uit psychische problemen die zich manifesteerden als fysieke klachten. Er was weinig interesse in de vrouw zelf, en men nam aan dat haar lichaam grotendeels gelijk was aan dat van de man, op het voortplantingssysteem na. De term 'hysterie' raakte rond 1950 in onbruik. Medisch onderzoek was bijna altijd gebaseerd op mannen, zelfs op mannelijke proefdieren, zonder rekening te houden met de verschillen in het vrouwenlichaam. Vrouwen werden als minder belangrijk beschouwd dan mannen. Een vrouw werd niet als handelsbekwaam gezien, wat betekende dat ze niet in staat werd geacht zelfstandig financiële zaken of aankopen te regelen. In de jaren '50 moest een vrouw toestemming van haar man hebben om geld van haar spaarrekening te halen of grote aankopen te doen. De man gaf geld voor voeding of kleding en nam verder alle beslissingen.

Vrouwen die trouwden, werden vaak tegen hun wil ontslagen om voor hun man en gezin te zorgen. De wet die vrouwen 'handelingsonbekwaam' maakte, werd pas in 1956 afgeschaft! In 1962 werd de anticonceptiepil geïntroduceerd, wat een enorme vooruitgang betekende. Vrouwen kregen controle over hun eigen lichaam, maar de pil onderdrukte ook de natuurlijke cyclus, wat neveneffecten met zich meebracht.

Vrouwen met postpartum depressie werden nog steeds als psychiatrische patiënten behandeld, net als klachten zoals het premenstrueel syndroom. Er werd van vrouwen verwacht dat ze zich hierover heen zouden zetten, of men dacht dat het teleurstelling was over het niet zwanger zijn, Zelfs als een vrouw geen kinderwens had. In de jaren '90 was er nog steeds geen adequate behandeling voor postpartum depressie of PMS/PMDD.. Antidepressiva, die ook soms angst bleek te verminderen als bijwerking, werd voorgeschreven voor zowel depressie als angststoornissen. Dit onderzoek werd gedaan door het UMC.  Een klein aantal gynaecologen schreef duphaston voor, ondanks controverse. De anticonceptiepil, die vaak klachten verergerde, werd veelvuldig aanbevolen. De aanpak was vaak onduidelijk. Gesprekstherapie was een veelgebruikte behandeling voor veel vrouwen. Hormonale problemen, met een fysieke oorzaak, vereisen een fysieke behandeling. Hedendaags is er weinig verandering voor vrouwen met deze aandoeningen. Nederland loopt vaak achter op andere landen, inclusief op het gebied van pijnbestrijding tijdens de bevalling. Tot voor kort moesten vrouwen de intense bevallingspijn doorstaan. Er werd in Nederland gepleit voor een natuurlijke bevalling, ondanks de extreme pijn. In Amerika is pijnbestrijding bij geboorte al lang de norm, in tegenstelling tot het sobere Nederland. Vrouwen hadden geen inspraak over hun eigen pijn en de methoden om deze te verlichten. Nu hebben vrouwen hier gelukkig eindelijk recht op. Het erkennen van 'het bestaan van de vrouw' heeft lang op zich laten wachten. Onderzoek dat jarenlang achterloopt, maakt nog steeds een inhaalslag. Hormonale problemen gerelateerd aan zwangerschap krijgen nog steeds onvoldoende prioriteit op deze agenda.

 

Wat is er bekend?

 

Postpartum depressie (ppd)

 

Het is bekend dat tijdens de zwangerschap bepaalde hormonen bij vrouwen verhoogd zijn. Zo kan de productie van progesteron tot wel twintig keer en die van estradiol tot driehonderd keer hoger zijn dan tijdens de menstruele cyclus, wat de uniekheid van zwangerschap benadrukt.

Tijdens de zwangerschap worden hormoonniveaus bereikt die op geen ander moment voorkomen. De productie van oxytocine neemt toe, maar deze kan verstoord worden door een keizersnede, wat vaak leidt tot moeilijkheden bij het op gang komen van borstvoeding. Het noodzakelijk ingrijpen in dit natuurlijke systeem en het soms gemakkelijk toedienen van weeënopwekkers kan een disbalans in hormonen en hersenchemicaliën veroorzaken, zoals ook gezien bij de injectie om de placenta snel te laten geboren worden.

Na de bevalling dalen de hormoonniveaus abrupt; binnen vijf dagen normaliseren deze waarden. Deze hormonen bevinden zich in de placenta, en na het stoppen met borstvoeding wordt er minder oxytocine geproduceerd. Het brein van de moeder wordt tijdens en na de zwangerschap gevoeliger voor prikkels en het detecteren van gevaar, en er zijn aanwijzingen dat de hersenen na de bevalling blijvend veranderen. In de zorg ligt de focus vaak op de baby, terwijl vrouwen aangeven dat ze zichzelf niet goed voelen, waar helaas weinig aandacht voor is.

De invloed van hormonen op postpartum depressie is aannemelijk, maar de exacte mechanismen zijn nog onduidelijk. Het kan vergelijkbaar zijn met premenstruele klachten of PMDD, waarbij gevoeligheid voor veranderende hormoonwaarden en interacties met hersenchemicaliën een rol spelen. Vrouwen met deze klachten hebben inderdaad vaker last van PPD, en studies tonen aan dat vrouwen met PPD verschillende (hogere) hormoonwaarden tijdens de zwangerschap kunnen hebben.

 

Premenstruele klachten en PMDD (premenstruele dysfore stoornis)

 

In 1999 verklaarde de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie dat er geen hormonale oorzaak voor PMS of PMDD was gevonden. Dit is letterlijk genomen correct, aangezien hormoonwaarden dit niet kunnen aantonen. Echter, we weten nu dat normale hormoonschommelingen kunnen optreden, maar dat veranderingen in het neurotransmittersysteem de oorzaak van de klachten kunnen zijn.

Hormoonschommelingen zijn dus indirect verantwoordelijk voor PMS en PMDD. In 2013 werd PMDD officieel opgenomen als diagnose in het internationale handboek voor psychische stoornissen, de DSM-5. Ongeveer 10% van de vrouwen heeft hier last van, maar dit percentage kan hoger zijn. Volgens de DSM-5 moet een vrouw met PMDD vijf willekeurige symptomen van een bepaalde lijst hebben. Het blijft echter moeilijk om PMDD op deze manier vast te stellen.

 

Vruchtbaarheid 

Vrouwen ontvangen soms hormonen als onderdeel van vruchtbaarheidsbehandelingen, maar de effecten hiervan zijn nog niet uitvoerig onderzocht. In de praktijk merk ik echter dat veel vrouwen na zo'n behandeling kampen met een postpartum depressie of PMS/PMDD.

 

De anticonceptie pil

 

In vergelijking met tien jaar geleden beschikken we over meer informatie betreffende de invloed van de pil op de hersenen, emoties en gedrag. Dit is van belang aangezien de pil vaak langdurig wordt gebruikt, vanaf de puberteit tot aan de wens om zwanger te worden, waardoor ook de menstruele cyclus langdurig wordt onderdrukt. Pas recent is er in de wetenschap serieuze aandacht voor de psychische effecten van het gebruik van de pil.

Het gebruik van de pil leidt tot een drastisch andere hormoonbalans, met lage niveaus van natuurlijk progesteron en estradiol, wat invloed kan hebben op verschillende hormonale systemen. Het synthetische estradiol in de pil heeft grotendeels dezelfde werking in de hersenen als natuurlijk estradiol. Progestagenen daarentegen, die een andere structuur hebben dan natuurlijk progesteron, beïnvloeden de hersenen op een andere wijze. Het type pil, en vooral het soort progestageen dat het bevat, speelt een grote rol in het effect op de hersenen. Veel studies houden geen rekening met het type pil dat vrouwen gebruiken, en het onderzoek is nog in een beginstadium.

Vrouwen die hormonen gebruiken, zijn vatbaarder voor depressie, angst en suïcidaal gedrag, zoals blijkt uit Deens onderzoek dat aantoont dat de pil het risico op depressie verhoogt. Eerder is al bewezen dat de pil invloed heeft op angstreacties, die ook samenhangen met de menstruele cyclus.

Bij cognitieve gedragstherapie voor angst- en paniekstoornissen, waarbij vrouwen herhaaldelijk worden blootgesteld aan hun grootste angsten totdat de angstreactie afneemt, blijkt dat vrouwen die de pil gebruiken minder profiteren van deze blootstellingsoefeningen. Idealiter zou bij de therapie moeten worden gevraagd naar het gebruik van hormonale anticonceptie, maar zo ver zijn we nog niet.

 

De mirena spiraal

 

In tegenstelling tot anticonceptiepillen bevat het hormoonspiraaltje enkel levonorgestrel, een synthetisch alternatief voor progesteron. Het hormoonspiraaltje heeft geen estradiol en een lagere hormoonconcentratie dan de pil. Eerder werd aangenomen dat deze concentraties te laag waren om effect te hebben op emoties zoals angst en depressie bij vrouwen. Recent onderzoek suggereert echter dat het hormoonspiraaltje mogelijk toch een verband houdt met depressie.

Een mogelijke conclusie is dat onstabiele hormonen en de hersenen elkaar beïnvloeden, wat storingen kan veroorzaken. Het is een ingewikkeld onderwerp met veel onduidelijkheden. Recente studies wijzen erop dat de HPA-as, die de hypothalamus, hypofyse en bijnieren verbindt, een rol kan spelen. Als deze as of de hormonen uit balans raken, kunnen klachten optreden. Verschillende factoren kunnen tot deze verstoringen leiden:

 

 

-Tekorten aan essentiële voedingsstoffen, zoals vitaminen, mineralen en vetzuren:

Neurotransmitters komen voort uit aminozuren.  Aminozuren zitten op hun beurt weer in eiwitten. Maar met alleen eiwit ben je er nog niet! Belangrijke

co-factoren in het neurotransmitterproces zijn bijvoorbeeld vitamine B1, vitamine B6, vitamine B12, vitamine C, calcium, folaat , ijzer, magnesium, mangaan en zink. Over het algemeen moet je dus een behoorlijke variëteit aan voedingsstoffen binnenkrijgen wil je op een optimale manier neurotransmitters aan kunnen maken. (let op! Ga niet op eigen houtje experimenteren! Een teveel aan suppletie is ook niet goed)

 

- Een ongezonde darmflora:

In de darmen wonen miljarden bacteriën en andere micro-organismen zoals gisten en virussen: de darmflora. Er wordt steeds meer duidelijk over het grote belang van deze organismen voor onze gezondheid, waaronder ons brein. Deze bacteriën blijken in staat om onze hersenen, en daarmee onze stemming, geheugen en gedrag te beïnvloeden. Ze spelen een belangrijke rol bij de ontwikkeling van neuropsychologische ziektebeelden als autisme, depressie, angststoornissen e.d.

 

- Stress en vermoeidheid

Wanneer je stress hebt, produceert je lichaam stresshormonen (zoals adrenaline en cortisol) op de momenten dat je gespannen bent. De hypothalamus in je hersenen geeft via de hypofyse een signaal aan de bijnieren om deze hormonen aan te maken. Dit kan leiden tot verstoring van allerlei processen. Vermoeidheid en burn-out kunnen vaak ons hormonale stresssysteem uit balans brengen.

 

- Erfelijke factoren:

Als er genetische aanleg is, is het waarschijnlijk dat je moeder of zus dezelfde symptomen ervaart als jij. Deze kunnen van generatie op generatie worden doorgegeven.

 

- Gevoeligheid voor hormonale schommelingen:

Als je gevoelig bent voor hormonale schommelingen, dan is het waarschijnlijk dat je hier problemen mee zult ondervinden!

 

- Verstoring van neurotransmitters door drugsgebruik:

Veel neurotransmitters, vooral dopamine, worden beïnvloed door middelen zoals alcohol, drugs, roken, cafeïne en suiker. Deze stoffen kunnen een verstoorde dopaminebalans veroorzaken.

 

Verstoringen door milieufactoren:

Het intensieve gebruik van landbouwgrond, kunstmest, pesticiden, en stoffen in dagelijkse producten zoals make-up, schoonmaakmiddelen, verzorgingsproducten, etc., kunnen je hormonen ernstig verstoren. Voor meer informatie over dit uitgebreide onderwerp kun je verder lezen.

 

- Een ongebalanceerd dieet:

Neurotransmitters zoals serotonine en dopamine worden niet natuurlijk in voedsel aangetroffen. Voor de aanmaak ervan is het essentieel dat je voldoende eiwitten (proteïnen) en vitamines en mineralen (co-factoren) consumeert. Pas dan kan je lichaam alle benodigde stappen succesvol doorlopen om neurotransmitters te produceren.

 

Glucose-intolerantie

is een aandoening waarbij glucose de primaire energiebron is voor de hersenneuronen, die bijna uitsluitend glucose gebruiken om ATP te produceren, het energieleverende molecuul. Terwijl andere cellen en organen vetten als alternatieve brandstof kunnen gebruiken, hebben neuronen slechts een beperkte glucosevoorraad in de vorm van glycogeen, die slechts ongeveer twee minuten duurt. Daarom is een constante aanvoer van bloedglucose essentieel. Wanneer de bloedsuikerspiegel te laag wordt of snel daalt, wat hypoglykemie wordt genoemd, kunnen er snel symptomen optreden die verband houden met de hersenfunctie, zoals prikkelbaarheid, vergeetachtigheid, concentratieproblemen, stemmingswisselingen, angst, depressie, en meer.

 

- De schildklier

Een goed functionerende schildklier is van groot belang voor het hele lichaam, met name voor de hersenen, waar de hoogste concentratie schildklierhormoonreceptoren te vinden is. Wanneer er problemen zijn met de schildklier of de productie van schildklierhormonen, heeft dit gevolgen voor het gehele lichaam en in het bijzonder voor de hersenen.